Wat heeft het gekost?

Sociaal domein

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie - Toezicht en kwaliteit zorgaanbieders
In 2021 wilden wij regionaal afspraken maken om te komen tot een verscherpt toezicht bij zorgaanbieders. Deze verscherping is gerealiseerd in 2022. Het budget voor 2021 is daarmee niet aangesproken.

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie - Maatschappelijke ondersteuning algemeen
Door overname van personeel zijn er lagere kosten gemaakt bij de subsidieverlening t.b.v. het maatschappelijk werk.

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie - Maatschappelijke ondersteuning algemeen
In 2021 zijn diverse organisaties gecompenseerd, met een aanvullende subsidie, voor de nadelige effecten in de exploitatie als gevolg van de coronacrisis.

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie - Gemeenschapshuizen en wijkcentra
In 2021 is extra subsidie verstrekt als compensatie voor de gevolgen van de coronacrisis aan een kulturhus. Daarnaast is rekening gehouden met verwachte lasten n.a.v. de ontvangen aanvragen -gebaseerd op de jaarrekeningen- van diverse buurt- en dorpshuizen.

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie - Kinderopvang
Vanwege de coronacrisis hebben in 2021, i.v.m. sluiting van accommodaties, minder inspecties plaatsgevonden.

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie - Uitvoeringsagenda
Er is sterk ingezet op de implementatie van de uitvoeringsagenda. In deze voorbereidingsfase zijn er nog relatief weinig uitgaven. De verwachting is dat het budget van € 400.000 in de komende tijd zal worden benut.

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie - Preventie en POH
In het kader van de preventie wordt sterk ingezet op de POH (praktijk ondersteuners huisartsen). Halverwege 2021 is de deelname uitgebreid. Hierdoor is niet het volledige budget benut.

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie - Buurtbemiddeling
Op het gebied van preventiemaatregelen is een stimuleringsbijdrage steungezinnen ontvangen van € 40.000.

6.1 Samenkracht en burgerparticipatie- Wmo doelgroepenvervoer
Het doelgroepenvervoer Wmo laat een voordeel zien van € 25.000. Dit bedrag is het gevolg van minder vervoer in de 2e helft van 2021 door corona (€ 66.000 voordeel) en een afrekening over heel 2021 van minder ontvangen eigen bijdragen (€ 42.000 nadeel).

6.2 Wijkteams - Cliënten-ondersteuning
Naast de reguliere subsidieverlening 2021 aan MEE Oost-Gelderland en stichting Sensire, is er geen aanvullende afname van producten en diensten geweest.

6.2 Wijkteams - uitvoeringskosten sociaal domein
De uitvoeringskosten Wijkteams bestaan met name uit loonkosten en inhuur. De inhuurkosten konden gedeeltelijk worden opgevangen (bijv. vacatureruimte). Per saldo blijft er op dit product een nadeel van € 100.000. Het totale resultaat op personeelslasten (inclusief inhuur) lichten we centraal toe in de analyse van de personeelslasten.

6.3 Inkomensregelingen - minimabeleid
Voor de uitvoering en de kosten van de regeling 'Tijdelijke ondersteuning Noodzakelijke Kosten' (TONK-regeling) zijn minder uitgaven gedaan dan de door het rijk, via de algemene uitkering, beschikbaar gestelde budget. Deze middelen hoeven niet specifiek verantwoord te worden aan het rijk.

6.3 Inkomensregelingen - Minimabeleid
Vanwege Corona is 2021 geen representatief jaar waar het gaat om de diverse uitgaven voor de uitvoering van het minimabeleid.
- Vanuit de bijzondere bestand zijn minder kosten gemaakt dan begroot. Hierdoor zijn ook de extra geraamde middelen vanuit het rijk, als onderdeel van het steun- en herstelpakket n.a.v. corona, niet benut. Voor de uitvoering van SMI (Sociaal medische indicatie) is een deel van de kosten gedekt uit de middelen voor onderwijsachterstandenbeleid.
- Voor de Gelrepas waren de uitgaven hoger dan verwacht. Dit heeft te maken met de invoering van de nieuwe Gelrepas per 2021 en daarnaast is meer gebruik gemaakt van de pas dan voorheen, wat ook de doelstelling is.

6.3 Inkomensregelingen - Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (Tozo)
Voor de tijdelijke regeling (specifieke uitkering) Tozo is in juni 2021 een voorschot van het rijk (ministerie van SZW) ontvangen van ruim € 1,7 miljoen. De werkelijke verantwoorde uitgaven zijn lager waardoor een deel van het ontvangen voorschot terugbetaald is aan het rijk.

6.3 Inkomensregelingen - Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers (Tozo)
Verwezen wordt naar de toelichting vermeld onder Lasten (V 213.000).

6.3 Inkomensregelingen - Inkomensvoorzieningen (BUIG/Bbz)
Het voordelige saldo is een gevolg van lagere uitkeringslasten, met name de verwachte nadelige corona effecten zijn achterwege gebleven. In de 2e VGR 2021 is nog uitgegaan van een geprognosticeerd tekort op het BUIG-budget van 5,9% terwijl het werkelijke tekort 3,9% bedraagt.

6.3 Inkomensregelingen - Schuldhulpverlening
Zowel vanuit het rijk als vanuit het lokale herstelplan zijn incidenteel middelen beschikbaar gesteld voor het schuldenbeleid vanwege de verwachte corona-effecten. Schuldhulpverlening aan ondernemers heeft in 2021 bij de RSD vorm gekregen. De kosten hiervoor zijn echter lager dan verwacht. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de verschillende steunmaatregelen voor ondernemers, waaronder de TOZO en uitstel van betalingen voor o.a. de Belastingdienst.

6.3 Inkomensregelingen - Gemeentelijke belastingen, kwijtscheldingen
De verwachte grote stijging van het aantal kwijtscheldingsverzoeken als gevolg van de coronacrisis is niet doorgezet. De economische neergang waarmee aanvankelijk rekening was gehouden is in 2021 uitgebleven en daarmee is het aantal faillissementen en werklozen beperkt gebleven.

6.4 Begeleide participatie - Sociale werkvoorziening (SW)
Het lagere bijdrage (voordeel € 93.000) voor de uitvoering van de SW is ontstaan door:
- een lagere bijdrage aan de Modulaire gemeenschappelijke regeling (MGR) - Sociaal Domein Centraal Gelderland voor de module WgSW door een hogere uitstroom (natuurlijk verloop) van het aantal SW-mensen dan begroot.
- een hogere bijdrage (inkomst voor de MGR) van de buitengemeenten.
- lagere uitgaven voor begeleiding/ondersteuning (module 8) voor SW medewerkers met een loonwaarde < 25%.
In de decembercirculaire 2021 zijn extra middelen voor het jaar 2021 beschikbaar gesteld (toegevoegd aan de Algemene uitkering / 'Integratie-uitkering Participatie') voor het opvangen van de exploitatietekorten bij de sociale werkbedrijven. Overeenkomstig de gemaakte afspraken hierover in regionaal verband zijn deze middelen deels uitbetaald (nadeel € 24.000) aan Scalabor.

6.5 Arbeidsparticipatie - Participatie/re-integratie
Als gevolg van de coronacrisis zijn incidenteel extra middelen beschikbaar gesteld via de algemene uitkering (december circulaire 2020). In de 1e VGR 2021 zijn deze lasten bijgeraamd. De middelen voor Re-integratie inclusief de extra middelen  zijn niet volledig ingezet. Dit als gevolg van:
- de beperkende maatregelen van het RIVM;
- de verwachte instroom, vanwege corona, is achterwege gebleven;
- verhoogde uitstoom door economische ontwikkelingen (huidige krapte op de arbeidsmarkt).

6.6 Maatwerkvoorzieningen Wmo - eigen bijdrages
Door een stijging van het aantal maatwerkvoorzieningen zijn er ook meer eigen bijdrages geïnd.

6.6 Maatwerkvoorzieningen Wmo - Wmo hulpmiddelen
Op basis van een nieuwe aanbesteding van Wmo-hulpmiddelen zouden alle hulpmiddelen, in het bezit van de gemeente, worden verkocht. De formele overdracht zal echter pas in 2022 plaats vinden. We hebben de verkoopopbrengst dus niet gerealiseerd in 2021.
Zie ook de toelichting bij de lasten op taakveld 6.6 en taakveld 0.10 die hier ook betrekking op hebben.

6.6 Maatwerkvoorzieningen Wmo - Wmo hulpmiddelen
Op basis van een nieuwe aanbesteding van Wmo-hulpmiddelen zouden alle hulpmiddelen, in het bezit van de gemeente, worden verkocht en zou de boekwaarde worden afgeboekt. De formele overdracht zal echter plaatsvinden in 2022. De afboeking van de boekwaarde wordt daarmee ook verschoven naar 2022.
Zie ook de toelichting bij de baten van taakveld 6.6 en bij taakveld 0.10 die hier ook betrekking op hebben.

6.6 Maatwerkvoorzieningen Wmo - Wmo woonvoorzieningen
We zien dit jaar een stijging van het aantal verstrekte woonvoorzieningen. De inschatting is dat dit grotendeels een inhaaleffect is van het eerste coronajaar.

6.6 Maatwerkvoorzieningen Wmo - Doelgroepenvervoer dagbesteding
Het doelgroepenvervoer dagbesteding laat een voordeel zien van € 115.000. Voornamelijk door corona is het vervoer naar de dagbesteding in 2021 een stuk lager geweest.

6.71 Maatwerkdienstverlening 18+
De totale uitgaven voor WMO zijn in 2021 overschreden met € 830.000. Wanneer we verder inzoomen dan zien we dat de kosten voor WMO-begeleiding € 220.000 minder zijn dan geraamd, terwijl de Hulp bij het Huishouden is overschreden met € 1.050.000. In deze kosten zitten ook extra kosten in verband met corona. Hiervoor is in 2021 € 485.000 geraamd.
Hierdoor wordt het nadeel op dit taakveld verlaagd naar € 345.000.

6.72 Maatwerkdienstverlening 18-
In 2021 is voor jeugdzorg € 990.000 meer uitgegeven dan geraamd. In deze kosten zitten ook de uitgaven die gerelateerd zijn aan corona. Voor de corona is € 655.000 aan dekking beschikbaar. Hierdoor kan het nadeel op dit taakveld worden verlaagd naar € 335.000. Niet vast te stellen is hoeveel de coronaschade werkelijk is geweest.

6.72 Maatwerkdienstverlening 18-  Doelgroepenvervoer Jeugd
De kosten van het vervoer op grond van de jeugdwet zijn in 2021 met € 60.000 gestegen. Voor een deel heeft dit te maken met extra vervoer vanwege corona. Daarnaast is sprake van een autonome stijging van het jeugdvervoer.

6.82 Geëscaleerde zorg 18-
Voor de crisis jeugdhulp, jeugdreclassering en tegengaan huiselijk geweld en kindermishandeling is € 425.000 minder uitgegeven dan geraamd. Of de minderuitgaven een directe relatie hebben met corona is niet vast te stellen.

0.10 Mutaties reserves - boekwaarde Wmo hulpmiddelen
Op basis van een nieuwe aanbesteding van Wmo-hulpmiddelen zouden alle hulpmiddelen, in het bezit van de gemeente, worden verkocht. Het verschil tussen opbrengstwaarde en boekwaarde (€ 500.000) zou worden onttrokken aan de algemene reserve. De formele overdracht heeft echter niet in 2021 plaatsgevonden. Daarmee is ook de boekwaarde niet afgeboekt en zijn de hulpmiddelen niet verkocht. Deze overdracht zal plaats vinden in 2022. Hierdoor is een nadeel op de reservemutaties ontstaan.

Overige verschillen
Naast de omschreven afwijkingen per taakveld zijn er diverse verschillen (< € 25.000) die wij niet verder toelichten.